zaterdag 20 mei 2017

Minstens een maand te vroeg maar toch de moeite!


Montréal (alle foto's hier)
Vooraleer we onze motorhome gaan ophalen vertoeven we eerst 2 dagen in Montréal. Het is de op een na grootste stad van Canada en ligt geografisch gezien even dicht bij Europa als bij Vancouver en is na Parijs en Kinshasa de grootste Franstalige metropool, maar slechts tweederde van de 3,5 miljoen inwoners is van Franse afkomst. De rest is een kosmopolitische mengeling vanover de hele wereld, wat heel duidelijk is in het straatbeeld en aan het Frans te horen, want dat heeft vele rare dialecten. We verplaatsen ons met de metro, maar we zijn niet onder de indruk van de faciliteiten. Het lijkt soms wel op het station van Hasselt, met kapotte roltrappen en dergelijke. De eerste dag doen we het rustig aan met een bezoek aan de toeristeninfo en kopen we een telefoon/internetkaartje voor mijn smartphone. Het weer zit niet mee en we zijn ook (nog) niet onder de indruk van de stad.




De tweede dag, in de zon, beginnen we met een bezoek aan het Olympisch stadion, waar de zomerspelen hebben plaatsgevonden in 1976. De Franse architect Taillibert ontwierp het stadion, dat enig in zijn soort was: het dak was open tijdens de zomermaanden, kon overdekt worden tijdens de wintermaanden en werd bevestigd aan een overhellende toren waarin ook sportzalen aanwezig waren. Toch was de uitvoering van deze plannen moeilijker dan aanvankelijk gedacht. Uiteindelijk werd de toren van het stadion pas na de Spelen voltooid en heeft het stadion nooit echt een efficiënt uitschuifbaar dak gehad. Het waren ook de spelen van de veertien jaar oude gymnaste Nadia Comăneci uit Roemenië, die er zevenmaal een 10.0 scoorde. België haalden er 3 zilveren en 3 bronzen medailles, met als bekende namen Ivo Van Damme, met zilver op de 800 en 1500m en brons voor Karel Lismont in de marathon.




Een ander opvallend gebouw in de stad is de Biosphère, Het bouwwerk is een enorme bol, bestaand uit aluminium driehoeken, ontworpen voor de Expo '67. Tegenwoordig is het een interactief museum.




In de namiddag hebben we het oude stadsgedeelte bezocht, wat erg gezellig is, zeker omdat het mooi weer was. Iedereen wou van het zonnetje genieten.








Uiteraard zijn we ook op zoek gegaan naar street art.








Het was een leuke dag en de stad had ons uiteindelijk toch aangenaam verrast.
De volgende morgen was het dan tijd om onze mobilhome op te halen. Best wel spannend als je er voor de eerste maal mee op stap gaat. In het begin was het wat zoeken, maar algauw voelden we er ons in thuis. Maar we kregen ook snel door waarom de camper zo betaalbaar was. Het bleek nog erg vroeg op het seizoen (te vroeg) en geen enkele camping was al open. De eerste avond vonden we als beginnelingen dan ook niet direct een geschikte plaats om de nacht door te brengen. Stef is dan op 2 wandelaars afgestapt en we mochten voor hun deur parkeren, op de straat. En zo hebben we het de volgende nachten nog vaak gedaan; iemand op de straat aanspreken en meestal weten ze een geschikte plek of plaats je de camper op hunne grond. Met soms erg mooie uitzichten tot gevolg. Ja, de Canadezen zijn erg vriendelijk en gastvrij!


Québec (alle foto's hier)
Onze eerste grote verplaatsing ging richting Québec city, om er de oude stad te ontdekken. Maar hoe doe je dat met zo'n camper? In onze reisgids stond er de tip om in Lévis te parkeren. Dit is een stadje aan de andere kant van de St Lawrence rivier en waar er een ferry op en af vaart. De parking is er veel voordeliger. En een ander pluspunt is dat je vanaf de boot een heel mooi zicht hebt op de stad. Het Château Frontenac aan de Place d'Armes springt het meest in het oog. We zijn een heel eind over de stadsmuur gewandeld en voor de rest rondgeslenterd in het doolhof van de straatjes. De zon was weer van de partij maar toch erg koud, was resulteerde in 5-lagen kleding, plus muts en handschoenen. Er lag ook nog hier en daar sneeuw, de lente was nog ver te zoeken.






















Schiereiland Gaspé (hier alle foto's)
Op aanraden van de medewerker van de toeristeninfo gingen we op weg om dit schiereiland te verkennen. Langs de kant passeerden we vele sneeuwganzen.



Het was nog erg koud en hoe verder we reden (noordwaarts) des te meer sneeuw er lag. Overal was alles nog dicht, zelfs natuurparken. Ook het bidden voor lente haalde niet veel uit...



Van de bezienswaardigheden schoot dus niet veel meer over. Gelukkig hadden we een beetje geluk bij het kustplaatsje Sainte-Flavie, waar er in het seizoen een erg mooi kunstwerk te bezichtigen valt. 'De grote bijeenkomst' omvat tientallen standbeelden die beginnen op het land en dan het water ingaan, precies alsof ze uit het water komen gestapt. Bij aankomst begon er net iemand met een mini tractor de standbeelden in het water te plaatsen. De volgende ochtend ben ik om 5u mijn warm bedje uitgekropen om de reeds geplaatste beelden te trekken, want het was vloed en stonden er een aantal met hun voetjes in het water. Lang heeft mijn fotosessie echter niet geduurd, want het was zo koud dat mijn handen al snel bevroren.












Van hieruit zijn we niet meer verder het schiereiland afgereden maar ging het meer zuidwaarts, door New Brunswick richting Nova Scotia, op zoek naar de lente.

New Brunswick (alle foto's hier te bekijken)
In deze streek kan je heel wat overdekte bruggen aanschouwen. Met de mobilhome kan je er net niet of net wel onder, maar we hebben het toch maar niet uitgetest.






Hier wat (koude) sfeerplaatsjes van onderweg.





Af en toe vonden we toch al tekenen van lente. Hier hing er een mist over het landschap, gecreëerd door de zon die schijnt op de nog bevroren ondergrond.



In onze boekjes die we onderweg opgepikt hadden zagen we dat er een mogelijkheid bestond om beren te zien, wat erg hoog op ons verlanglijstje stond. Maar ook hier weer het probleem dat ze nog niet open waren. Ik heb er naar gemaild en ze bleken toch bereid om voor ons een uitzondering te maken. Onze verwachtingen waren dan ook niet hoog gespannen maar het was super! Wel een 16 beren hebben we gezien! Little big bear safari is echt een aanrader. Op hun privéterrein hebben ze een uitkijktoren gebouwd van waaruit je de beren kan observeren. De beren krijgen er in de avond eten zodat er een grote kans is dat er wel een paar komen opdagen. De eigenaar, papa bear, is een berenfluisteraar en zit tussen de beren. Zoveel geluk om dit te aanschouwen hadden we nu ook weer niet. Hij had griep en kon niet mee, we moesten het met mama bear doen, maar ze was erg vriendelijk en we hebben bijna 2u de beren kunnen bewonderen. Het was prachtig om ze vanuit het woud te zien afkomen, sommigen via een stronk over de rivier. Ik had geen foto genomen van de toren zelf, daarom heb ik een foto van hun site gebruikt.

















We vonden het geweldig, prachtige beesten. We kunnen het ons niet voorstellen dat hier mensen op jagen. Zo'n schattige knuffelbeertjes.

Nova Scotia (hier alle foto's)
Nova Scotia is een bergachtig schiereiland en kenmerkt zich door vele vissersplaatsjes. We zijn er beland in het kreeftenseizoen. Ze geven daar dan geen mosselfeest zoals bij ons, maar een kreeftenfeest. Overal zie je de kreeftenmanden opgestapeld staan, waar de arme beestjes ingelokt worden en er dan niet meer uitkunnen. Hun ellende is dan nog niet gedaan, want meestal worden ze dan ook nog levend gekookt! Ok, genoeg drama, wij waren er voor ons plezier en de mensen verdienen er hunne kost mee, want als je in België kreeft eet, is de kans groot dat die van hier komt.


We zijn eerst richting Cape Breton gereden, waar je een loop kan maken via de Cabot trail. Dit rondje van 300 km wordt tot een van de mooiste routes van het continent gerekend.




Het staat ook bekend om zijn walvisexcursies EN je kan er zelfs papegaaiduikers bezoeken, maar helaas waren we hier ook een maand te vroeg. Desondanks hebben we van het landschap genoten en 2 grote wandelingen gemaakt. De eerste was de 7,4 km lange Franey loop. Bij aanvang van de wandeling word je via de borden geïnformeerd dat er coyotes, beren en elanden aanwezig zijn en dat je best een stok meeneemt. Wij dus (zonder stok = stoer) op zoek naar deze dierentuin, maar helaas zijn we alleen hun afdrukken en uitwerpselen talrijk tegengekomen. Shit! Zij hebben waarschijnlijk meer schrik van ons dan wij van hen. In het begin gaat het vooral bergopwaarts om uiteindelijk beloond te worden met een geweldig uitzicht. De tocht werd in ons geval wel bemoeilijkt door de sneeuw die er nog lag. Hierdoor was het ook moeilijk om het juiste pad te vinden en daar wil je echt niet verloren lopen, geloof me.












Onze tweede wandeling was de Skyline loop trail van 9,2 km, waar er weer een grote kans op wildlife is, vooral op elanden. Maar blijkbaar was er teveel wind en dan houden ze zich schuil in het bos. Doeme toch.





Je passeert er verder vele vissersdorpjes, waar je altijd welkom bent om aan het haventje te overnachten, zolang je maar niet in de weg staat. Hier hebben we dan ook gretig gebruik van gemaakt. Erg gastvrije mensen. Door de hoogte en ligging aan de zee kan het er ook erg hard waaien. We zijn er een vrachtwagen gepasseerd die omver gewaaid was. Heel zijn lading lag op de straat, tonnen krab. Wat een zonde!








Onderweg sliepen we ergens langs de rivier, in een afgelegen straatje, waar 's avonds een vos passeerde en 's morgens de zeearenden aan het vissen waren.




Nadien ging het richting Halifax. Het is een gezellig stadje waar we doorgewandeld zijn en wat kiekjes geschoten heb. De straatverlichting liet er wel te wensen over, metaalmoeheid volgens mij.









Niet ver hiervandaan ligt er een mooi vissersdorpje, Peggy's Cove, bekend om zijn vuurtoren, maar ik vond het dorpje op zich ook geweldig.















In het dorpje Mahone Bay staan aan de oever van de baai drie kerken naast elkaar, de uit 1861 daterende Trinity United Church, de St. John’s Lutheran Church uit 1864 en de St. James Anglican Church uit 1887. Dit voor een dorp met enkele honderden inwoners! Dit zie je wel meer in deze streek (vele kerken), wat ikzelf niet goed kan begrijpen. Allemaal hebben ze ene Jezus in de kerk hangen maar toch geloven ze in iets anders. Of hoe moet je dat anders verklaren. Ik ga me er niet verder in verdiepen maar vind het absurd, mijn gedacht! Je kan evengoed in Sinterklaas blijven geloven. Stef kwam er zijne camper niet voor uit!



Er stonden gelukkig ook mooie huizen onder de kerktorens.




En dan kom je aan bij Lunenberg, dat in 1995 door de Unesco is uitgeroepen tot werelderfgoed, door zijn mooie, houten huizen.












Iets verderop hebben we overnacht bij het kleine haventje van Blue Rocks.






Op weg naar Digby zijn we nog gestopt aan het NP Kejimkujik, wat zoals alle parken ook nog gesloten was. We hebben er 2 korte wandelingen gemaakt maar beide hebben we niet kunnen afmaken omdat ofwel de route versperd was door omgevallen bomen of het pad door het water stuk was. 



In Digby, aan de Fundybaai, draait het vooral om Sint Jacobsvruchten. Ze zijn er supervers en die kilo van dat witte goud heeft ons gesmaakt in de camper! Van hieruit kan je verder reizen naar de Digbey Neck, waar vele walvisexcursies worden georganiseerd vanaf juni. Wij zijn er geweest voor de 'Balancing Rock', een basaltzuil die er al staat vooraleer Jezus er met zijne fiets is gepasseerd en die maar niet wil omvallen. Ook Stef kreeg hem niet omver geduwd, gelukkig maar. We waren er helemaal alleen en hierdoor konden we ook over de omheining klimmen om er een beter standpunt voor een foto te krijgen. 




De wandeling op zich naar de koppige rots was ook mooi langs allerlei planten die we niet kennen. 




We hebben ook 2 ferry's genomen om de eilanden te verkennen en overnacht bij een vuurtoren. Het licht scheen 's nachts in onze camper en Stef dacht eerst dat er allemaal auto's kwamen draaien. We hebben op die uithoek ook een paar dolfijntjes zien passeren. 








De Fundybaai staat bekend als de plaats met het grootste getijdenverschil ter wereld, met wel 16 meter verschil tussen hoog- en laagwater. Tijdens eb zie je er dan ook bootjes op het droge staan. 


Onze volgende stopplaats was 5 Islands, waar we van onderstaand uitzicht konden genieten.




We wilden eigenlijk bovenstaande rotsen bewonderen (foto van internet), maar toen we aan enkele locals vroegen waar dit was kon niemand ons dit vertellen. Ze hadden dat nog nooit gezien. Maar Stef dacht door een verrekijker een glimp van deze rotsen  te zien en was hier rotsvast van overtuigd dat die zich aan de achterkant van een rots lagen waar we naartoe keken. Hij hoopte om er bij eb naartoe te kunnen wandelen. Met zijn sandalen, korte broek en heel veel lagen aan de bovenkant van zijn goddelijk lichaam vatte hij de tocht vol moed aan. Zijn voeten zakten al gauw diep in de modder, maar hij zette door. Helaas kwam hij na een half uur ploeteren aan bij een strook water die niet te passeren viel. Hij is er dus helaas niet geraakt maar een gratis modderbadje voor zijn benen heeft hij er wel aan over gehouden. En het bleek achteraf toch ook niet de juiste plek te zijn. Maar het was een verdienstelijke poging.






Hierna hebben we onze terugweg naar onze mobilhome zijne stal ingezet, maar gelukkig was er onderweg ook nog wel het een en het ander te zien.
We passeerden opnieuw door New Brunswick en hebben daar de andere kant van de Fundybaai verkend. De 'place to be' zijn de Hopewell rocks onder de stad Moncton. Hier kan je de getijdenverschillen het beste zien. Tijdens vloed kan je er vanaf juni, wat had je gedacht, kayaken en tijdens eb kan je op de oceaanvloer wandelen. Het park was nog gesloten, opende pas op 19 mei, zodat we nog maar eens over de omheining moesten kruipen om er te geraken. Overal hingen er borden, betreden op eigen risico. Je kan verrast worden door het hoogtij of je kan zo'n zuil op je hoofd krijgen. Het was het risico waard want het was erg leuk om tussen die rotsen te lopen, die door de erosie van het water allerlei andere vormen hadden. Overal kan je wel een gezicht of een dier in herkennen. Onderaan hingen de rotsen vol met zeewier. We hebben er in de avond een wandeling gedaan, zijn er blijven overnachten en in de ochtend dit herhaald, aangezien de zon toen beter stond. Het was de beste ochtendwandeling ever! De getijden wisselen om de 6u. Het water op zijn hoogst hebben we niet gezien.
















Alma was de volgende stop, waar het dan weer draait om kreeften. Je kan er daar gekookte kopen, die ze je ook reeds voor je openbreken. Gewapend met elk een kreeft trokken we naar onze camper, om die daar met veel plezier op te peuzelen. Lekker!


Nog wat kiekjes van onderweg.






In Sint Martens hebben we opnieuw overnacht aan een haventje. Het was er opvallend rustig. Net voor vertrek zagen we een papier ophangen dat er een verbod was in de omgeving om te vissen door vergiftigde schaaldieren.







Je hebt er ook de 13km lange Fundy trail Parkway, een route die je langs steile kliffen, dichte bossen en verbluffende uitzichtpunten voert. Allé, volgens onze boek toch, de weg was 'closed for the season'. We hebben er wel een korte wandeling gedaan, wat ons even deed terugdenken aan het Hallerbos, maar dan kleiner en geler;



In Hartland hebben we overnacht met zicht op de langste overdekte brug ter wereld, net geen 400m lang.





Bij het stadje Grands falls hebben we geluncht bij de waterval.




Al bij al hebben we genoten van onze eerste camperreis. Het geeft je erg veel vrijheid, je moet niet in- en uitchecken en koffers pakken, je hebt je gevulde frigo, keuken EN toilet steeds mee. Ook het vrij kamperen vonden we erg leuk, omdat het uitzicht dan vaak toch beter is als dat je op een camping staat. Zo'n gevaarte drinkt wel veel, een 22L/100KM maar met de goedkopere benzineprijzen viel dat uiteindelijk ook nog mee.  Oost-Canada is zeker de moeite om te bezoeken, maar doe dat dan wel vanaf juni, want eerder is bijna alles dicht.
We zijn nu voor 2 nachten in Seattle, waar we maandag onze camper oppikken om het westen van Canada te verkennen. Wij kijken er alleszins naar uit, hopelijk jullie ook!